Blog • 21 februari 2018 • Kurt Ostyn

De Belfiusbom

Herinnert u zich de commotie nog toen Dexia haar nieuwe naam ‘Belfius’ wereldkundig maakte? Kranten, televisie en radio spuugden de commentaren om het hardst. Meestal negatief. De naam was fout, het lettertype verkeerd, de kleuren ongepast voor een bankinstelling… Heel even bleek elke modale Belg een doorwinterde marketingexpert te zijn.

Ook al is de merknaam Belfius ondertussen een gevestigde waarde (ik was trouwens fan vanaf dag 1) toch word ik nog heel vaak met gelijkaardige taferelen geconfronteerd. Wij doopten dit fenomeen de ‘Belfiusbom’: wanneer een nieuwe merknaam, huisstijl of corporate beeld vooraf ter goedkeuring wordt voorgelegd aan de medewerkers, klanten, leveranciers, tantes en nonkels weet ik dat de kans op een ‘Belfiusbom’ bijzonder groot wordt…

Stel je voor dat je als bedrijfsleider elke grote beslissing zou laten afhangen van het oordeel van jouw medewerkers, vrienden en kennissen… In tegenstelling tot IT, of fiscaliteit, lijkt marketing iets waar iedereen een gefundeerde mening over kan hebben. “Die foto vind ik mooier. Die kleur is beter. Dat lettertype is origineler… ” En meestal wordt dan gekozen voor iets waarvoor de meerderheid van huis-tuin-keuken-kenners een voorkeur hebben: De grootste gemene deler. Het compromis.

Zonder pretentieus te willen klinken: vertrouw op de kennis en ervaring van marketeers en grafisch vormgevers wanneer het om fundamentele zaken als merknaam en logo gaat. Democratie en medezeggenschap hebben één grote beperking: ze leiden helaas zelden tot een onderscheidend en herkenbaar resultaat…