Podcast • 10 juni 2020 • Toon Bossuyt & Kurt Ostyn

Met Toon Bossuyt (BOSS paints) over de Directe Maatschappelijke Bijdrage van KMO's

Er is geen enkele ondernemer die zich niet de vraag stelt: hoe ziet mijn toekomst er uit en in welke richting zal mijn markt evolueren? Zekerheden zijn er niet. Alhoewel. Het wordt toch stilaan duidelijk, dat in tegenstelling tot de 20ste eeuw, succesvolle bedrijfsleiders zich vandaag bewuster zijn van hun bijdrage aan de maatschappij. Doen ze dit uit zelfbelang? Om sympathie te wekken bij hun klanten? Om aantrekkelijk te zijn op de arbeidsmarkt? 

Wij gingen op bezoek bij Toon Bossuyt, CEO van verffabrikant BOSS paints en Colora. Toon schreef onlangs een beklijvend opiniestuk in De Tijd, met als titel: ‘Elk bedrijf is een ziekenhuis en een school.’ En daar willen we meer over vernemen.

Kurt: Blij dat u tijd wou maken om in de podcast ‘De Toekomst Jeukt’ even met mij vooruit te kijken. Ik heb natuurlijk wat huiswerk gemaakt en enkele interviews van u gelezen, en dat doet me vermoeden dat u iemand bent die heel veel nadenkt. Misschien zelfs piekert? Of ben ik fout?

Toon: Nee. Ik ben absoluut geen piekeraar. Je overschat me op dat vlak. Een hele dag lopen nadenken, nee echt niet. Maar af en toe hoor of zie ik natuurlijk wel iets waarvan ik dan denk: “Hmm, is dat wel zo…?” Vanuit dialoog hoor je hier en daar vaak stellingen waarvan ik denk: “Op een of andere manier klopt dat misschien wel niet. En wat is mijn mening daarover?” Dan reflecteer ik wel eens. Maar ik beschouw mezelf nu echt niet als een grote filosoof (lacht).

Wat begrijpen we onder de term "directe maatschappelijke bijdrage"?

Kurt: Wat die reflectie betreft, u schreef onlangs een heel mooi opiniestuk in De Tijd waarin u pleit voor een soort ‘Directe Maatschappelijke Bijdrage’. We zouden als ondernemers meer openbaar moeten maken wat we aan de maatschappij bijdragen, in plaats van enkel onze winstcijfers te publiceren. Kan u nog eens uitleggen wat u hiermee precies bedoelt?

Toon: De aanleiding was dat ik naar Villa Politica zat te kijken en daar enkele politici uitspraken hoorde doen zoals: “We mogen eerder naar onze baas dan naar onze moeder terugkeren…” (nvdr: het betreft de eerste versoepelingen van de lockdown). Alsof die baas alleen maar diegene is die u uitbuit. Enfin, dat was de toon waarmee de uitspraak gedaan werd. Wat echt belangrijk is, wordt daarmee verwaarloosd

Voor alle duidelijkheid, ik vind ook dat de mensen in eerste instantie naar hun ouders en dierbaren moeten kunnen gaan. Maar doen alsof dat het werk dat we presteren, de job die we uitoefenen, allemaal ter ere en glorie van de baas is, dat klopt helemaal niet natuurlijk. 

“Werken is onze manier om de wereld draaiende te houden.”

Wat onze job of ons werk ook inhoudt, het is onze manier om datgene te realiseren wat eigenlijk ook in de natuur gebeurt. Het is wat planten doen als ze aan het fotosyntheseren zijn. Het is wat dieren doen als ze voedsel zoeken. En het is wat wij mensen doen als we aan het werk zijn. En ja, een bedrijf maakt winst. Als ’t goed gaat tenminste. En het is gezond dat een bedrijf winst maakt. 

Maar als je dan eens nagaat wat een onderneming nog allemaal oplevert dat ten goede komt van de maatschappij… Een bedrijf zoals dat van ons brengt zeven keer zoveel centen op voor de maatschappij, dan dat het centen oplevert voor de aandeelhouder. Puur aan belastingen en sociale zekerheidsbijdrage. En dan heb ik het nog niet over de inhoudelijke vervulling voor mensen. Het feit dat ze hun talenten kunnen ontplooien en hun vleugels kunnen openslaan op hun werk.

Kurt: Dat is gigantisch, als je daar even stil blijft staan…

Toon: Ja! En dat is het net. Dit cijfer wordt nergens publiek gemaakt. Je moet al een goede boekhouder zijn om het uit de jaarrekening samen te puzzelen. Er wordt ook weinig over gepraat. Daarom dacht ik dat het misschien wel zinvol was om dat wat zichtbaarder te maken. 

Ik kan me natuurlijk ook indenken dat er bedrijven zijn waarvan die ‘Directe Maatschappelijke Bijdrage’ kleiner of groter is naargelang het aantal medewerkers of hun activiteit. En die verhouding zal jaarlijks wellicht wel wat variëren. Maar door het transparant te maken zou je hierop meer zelfcontrole krijgen of zou er meer zelfbewustzijn ontstaan. 

Ik heb een overtuiging dat wanneer dingen zichtbaar worden gemaakt, of wanneer men weet dat anderen inzicht krijgen over wat ik doe, dat er dan automatisch een verscherpt zelfbewustzijn rond die activiteit ontstaat, en mensen zelf-corrigerender en zelfbewuster hun keuzes gaan maken. Dat hoeft geen schandpaal te zijn hé. Helemaal niet. Ik geloof zeer erg dat je mensen zo goed mogelijk moet begeleiden naar maximale zelfsturing. De keuzes die mensen zelf hebben gemaakt, zijn vaak de beste keuzes.

Kurt: U heeft een groot vertrouwen in de mens.

Toon: Absoluut.

Kurt: Eigenlijk is uw voorstel heel eenvoudig toe te passen. Heeft u ook veel reacties gekregen van uw collega-ondernemers?

Toon: Ja, ik heb best wel wat reacties gehad. Een beetje zoals ook u reageerde: “Een eenvoudig en krachtig idee. Dat moeten we doen!” Maar ja, goed, je schrijft een opiniestuk… en wat daar dan vervolgens mee gebeurt…

Kurt: Zaaien, en nadien zien wat er te oogsten valt… Het zou alvast een goede zaak zijn mochten we die klassieke zwart-wit positionering van werkgever versus werknemer wat vaker proberen te doorbreken?

Toon: Ja. Het punt is: we hebben elkaar allemaal nodig. De zorgsector, het onderwijs, ze hebben het bedrijfsleven nodig om hun activiteiten mee te financieren. Ook de medewerkers hebben de bedrijven nodig om -voor een deel- zin te geven aan hun leven, of om een inkomen te verwerven en zich financieel veilig te voelen. We hebben allemaal mekaar nodig. Ik probeer daarom altijd, in alles wat ik doe, te zoeken naar een win-win-win

“Ik heb een overtuiging dat geen enkele relatie duurzaam blijft bestaan als niet elke partij in de relatie ook een duurzame ‘win’ haalt uit die relatie.”

Of het nu een huwelijk is, een arbeidsrelatie of een vriendschapsrelatie, wanneer je structureel voelt dat je er meer in steekt dat wat je er uit haalt, dan dooft die relatie uit. Dat kan soms heel abrupt gebeuren, soms geleidelijk aan. Het hoeft daarom niet altijd dramatisch te zijn, maar mensen gaan dan uit elkaar. En het is fijn als je met verschillende partijen naar elkaars noden kan luisteren en iets kan bedenken om elkaar te helpen. Dat is deugddoend als je dat vindt.

Kurt: We gebruiken het woord niet vaak in de ondernemerswereld, maar eigenlijk gaat het over ‘liefde’?

Toon: Absoluut. Ja.

Ontmenselijking door beurskapitalisme

Kurt: Bij vrijwel alle ondernemers die we hier in ‘De Toekomst Jeukt’ reeds mochten ontvangen, voelen we duidelijk een grote maatschappelijke gedrevenheid. Vraag is of die warm-menselijkheid volstaat? We kunnen er misschien nu wel over praten, maar we zien tegelijk toch ook dat de kloof tussen arm en rijk in onze maatschappij steeds groter wordt. Ik bedoel, het is niet omdat we het cijfer van onze directe maatschappelijke bijdrage als bedrijf openbaar zullen maken, dat die kloof tussen arm en rijk zal verkleinen. 

Blijft het grote probleem niet: het beurskapitalisme? De vervreemding van aandeelhouders ten opzichte van het ondernemen, van productie, van werknemers…? Het is een utopie natuurlijk, maar zou het niet mooier zijn mocht het bedrijfsleven enkel uit KMO’s bestaan?

Toon: Ik denk dat het goed is om ‘van soorten’ te hebben. Ik ben het wel met u eens dat het beurskapitalisme, of misschien beter het ‘anoniem’ kapitalisme, waarbij een relatie gereduceerd wordt tot ‘wat verdien ik er aan?’ zorgt voor een soort ontmenselijking. 

“Zelf kijk ik in een samenwerking veel liever naar het geheel van alle kosten en baten, bijdrages en investeringen.”

In een samenwerking kan de ‘win’ financieel zijn, en dat speelt absoluut mee, maar u gezien voelen, u gewaardeerd voelen, uw talenten kunnen ontplooien, iets goed doen voor het milieu, een bijdrage kunnen leveren aan iemand anders, dat zijn ook vormen van ‘win’.

En dan is het inderdaad zo dat het beurskapitalisme of het anoniem kapitalisme alles reduceert en verengt tot alleen maar het financiële aspect. Wanneer dan vanuit de centrale positie van de beurs of het aandeelhouderschap grote beslissingen genomen worden, gebeurt dit op een zeer gedissocieerde manier

De mensen die de beslissingen nemen, kennen de impact op de diegenen die die beslissing gaan voelen niet. Ze kijken hen niet recht in de ogen. Daardoor wordt die beslissing ontmenselijkt en gereduceerd tot een puur financiële transactie. En ja, in die zin is dat eigenlijk een arm kapitalisme. Dan is het goed dat de overheid daar allerlei correcties probeert op aan te brengen door belastingen te heffen of door sociale bijdragen op te leggen.

Kurt: Ben je hier hoopvol in? Slaagt de overheid erin om die correcties aan te brengen?

Toon: Hoopvol? Het is alleszins nodig! Tja… hoopvol (aarzelt). Het probleem van de politiek is het stemmen. De manier van beslissen is het stemmen. En daar hou ik niet van. Ik weet wel: het voordeel van stemmen is dat iedereen een stem heeft. Dat is natuurlijk de grote bijdrage van de democratie. Het nadeel is dat elke stemming uw groep verdeelt in winnaars en verliezers. En diegenen die weten dat ze in de meerderheid zijn, hoeven zelfs niet meer naar de minderheid te luisteren. Zo werkt het stemmen. 

“In elk écht democratisch proces moet ook naar het standpunt van de minderheid geluisterd worden.”

In elk écht democratisch proces, en dan bedoel ik een proces waarbij mensen zich betrokken voelen, wordt op z’n minst geluisterd naar het standpunt van de minderheid. Als mensen het gevoel hebben dat hun standpunt niet gehoord wordt of per definitie altijd maar gemarginaliseerd wordt, dan gaan mensen revolteren.

Dus ja, in dat stemmen-systeem zijn sommige mensen zeer gedreven geworden. Politieke partijen bijvoorbeeld die de perceptie voeden en bespelen met fake news enzovoort. Het spel van de democratie wordt zeer scherp gespeeld en bespeeld, terwijl het fundament van de democratie bedoeld was om iedereen te betrekken. En die betrokkenheid wordt daardoor nu wel ontkend.

Kurt: Ik wil geen doemdenker zijn, maar vindt u dat niet beangstigend? Het is een conclusie die ik onlangs ook in mijn interview met baron Hugo Vandamme hoorde: er zijn geen lange termijn denkers, geen kathedraaldenkers, meer in de politiek. Een politicus die wel moeilijke en onpopulaire standpunten verdedigt, in het belang van de lange termijn, pleegt electorale zelfmoord. Tja, wat is dan het alternatief?

Toon: Ik heb niet echt het antwoord… Ik kan alleen de vergelijking maken met hoe we het in ons eigen bedrijf aanpakken. Wij doen echt ons best om zeer goed te luisteren naar onze medewerkers wanneer we beslissingen nemen. 

We zijn met iets meer dan 250 mensen hier, en dan is dat nog min of meer te organiseren. Je kan natuurlijk niet met iedereen persoonlijk gaan praten, maar je kan wel de mensen die zich rond een onderwerp betrokken voelen, verzamelen en proberen op die manier iedereen zo veel mogelijk een stem te geven. En natuurlijk, met hoe meer je bent, hoe moeilijker dat wordt. 

Dus is de vraag: “Hoe organiseer je een maatschappij waarbij iedereen zich betrokken voelt, wanneer het over miljoenen of tientallen miljoenen mensen gaat?” Ik heb niet zomaar het antwoord. Maar ik geloof wel dat daar mogelijkheden toe zijn. En er zijn tegenwoordig best wel wat democratische experimenten waarvan ik geloof dat die vroeg of laat opgepikt zullen worden. Wat dan het nieuwe systeem wordt, hoeft niet via een revolutie te gebeuren. 

Ik kan me best indenken dat dankzij de digitale tools er ook wel manieren zijn om meer mensen te betrekken en ook in dialoog te laten treden. Want nogmaals, dat is het uiteindelijk hé: het oprecht luisteren naar elkaar. Het kunnen uitspreken van uw mening. En die toetsen met de mening van iemand anders. En dat verschil horen soms. Daar zit de rijkdom. 

“Het is veel makkelijker om een beslissing te aanvaarden waar je niet achter staat, wanneer je het gevoel hebt dat er wel naar jou geluisterd werd.”

Ook al is het niet jouw finaal voorstel, het feit dat je mee gewogen hebt in de beslissing maakt het veel makkelijker om die te aanvaarden. Als mensen weten waarom iets beslist wordt, aanvaarden ze zelfs ook de moeilijke beslissingen.

In welke mate moet je werknemers betrekken?

Kurt: Onszelf in vraag stellen is altijd goed. Onlangs las ik het boek van wijlen Dirk van Duppen, een man die zich levenslang verzette tegen het onrecht ten gevolge van het kapitalisme, en zijn communistische sympathieën niet onder stoelen of banken stak. Ik las in dat boek een zin die me blijft achtervolgen: “Wie niet leeft zoals hij denkt, gaat denken zoals hij leeft…”

M.a.w.: we bouwen allemaal graag onze eigen waarheid. We verrechtvaardigen ons eigen gelijk en onze eigen levensstijl. En dat doen we welllicht ook als ondernemer? Dus als we dan eens kritisch zijn voor onszelf… Misschien zijn we wel fout bezig? 

Zou het niet eerlijker en rechtvaardiger zijn mochten alle BOSS paints van deze wereld coöperatieven zijn? Zodat alle medewerkers mee kunnen genieten van hun eigen toegevoegde waarde in plaats van het te verdelen onder de aandeelhouders? Is dat een idee dat al geopperd werd intern? Of houdt u daar afstand van?

Toon: (aarzelt). Ja, ik heb er al over nagedacht. Ik heb trouwens al workshops gevolgd over coöperatieven. Op een bepaalde manier zijn wij trouwens ook een coöperatieve. We zijn vandaag met meer dan veertig aandeelhouders, namelijk de familie Bossuyt. Heel wat van de aandelen zitten nu reeds bij de vierde generatie. Het is dus eigenlijk een coöperatie structuur waarbij het algemeen belang -want dat is de essentie- boven het individueel belang van elke coöperant/aandeelhouder moet staan. 

Of je nu aandeelhouder bent of medewerker, de vraag is hoe de beslissingen worden genomen. En dus opnieuw: wanneer je in een systeem komt waarin beslist wordt op basis van de meeste stemmen, en de groep met een meerderheid van stemmen drukt zijn mening door, dan verlies je de anderen en riskeer je het algemeen belang uit het oog te verliezen. 

“Het algemeen belang zegeviert pas wanneer er naar alle stakeholders wordt geluisterd en wanneer je erin slaagt om die verschillende belangen op de best mogelijke manier met elkaar te verzoenen, en die win-win te creëren.”

Uiteraard, in een bedrijf zijn alle medewerkers, alle aandeelhouders, alle klanten en zelfs de maatschappij, belangrijke stakeholders. Het aandeelhouderschap vertegenwoordigt het financieel eigendom. Maar de vraag is hoe de beslissingen worden genomen? En wordt er rekening gehouden met die andere, niet-financiële stakeholders? Daar ligt de sleutel, denk ik, of dat nu een coöperatieve is, dan wel een éénmansvennootschap die op dezelfde manier haar beslissingen neemt. 

En ja, ik heb er over nagedacht of we medewerkersparticipatie zouden moeten hebben. Wij proberen de medewerkers vandaag al heel veel in beslissingen te betrekken. Zo zijn we momenteel bijvoorbeeld bezig een volledig nieuw loonbeleid uit te tekenen. Dat is natuurlijk iets dat heel kort op ’t vel zit van alle medewerkers. Het is heel makkelijk te denken dat mensen puur vanuit eigenbelang zullen redeneren en je hen hier dus niet in kan betrekken. Maar dat is helemaal niet waar… 

We zijn begonnen met studiewerk: wat werkt in beloning? Wat werkt niet? Wat is bijvoorbeeld het effect van bonussen op het gedrag van medewerkers of op de kwaliteit van hun beslissingen? En op basis daarvan hebben we een aantal kernprincipes uitgewerkt waarmee we naar een grote klankbordgroep van 50 medewerkers zijn gestapt die in allerlei workshop zetelden en nadachten over diverse thema’s en dilemma’s. 

Bijvoorbeeld: hoe transparant moeten we zijn? Wat is zinvolle transparantie op niveau van beloning? En je ziet dan dat vanuit die dilemma’s zeer genuanceerde meningen komen. Dus alweer: je hoeft geen aandeelhouder te zijn om betrokken te worden

“Het probleem met het idee om van medewerkers financiële aandeelhouders te maken, is dat plots dat ene belang, dat financiële, de opbrengst, dat daar plots alle aandacht naar toe zou gaan.”

Dat medewerkers vooral gaan redeneren: als we die beslissing gaan nemen, wat rendeert dat voor mij? Wat doet dat met mijn bonus of met mijn dividend? Terwijl ik vind dat de rijkdom zit in het verzoenen van alle verwachtingen en behoeften. Natuurlijk is dat financiële belangrijk. Maar ook het milieu. De duurzaamheid van ons bedrijf. De feedback van onze klanten. De maatschappelijke bijdrage. 

Het zoeken naar een nieuw loonbeleid is dan ook een heel complexe oefening. Zowel juridisch als financieel. En ik ben niet zeker of het uiteindelijk voor de medewerkers dan zoveel verschil zou maken of ze al dan niet coöperant zijn. We hebben nu trouwens al een programma voor winstdeelname

De medewerkers zijn dus geen aandeelhouder, maar we hebben wel met de familie afgesproken dat we jaarlijks een bepaald percentage van de winst verdelen onder alle medewerkers. Dat zijn geen hele grote sommen, maar is toch jaarlijks voor iedereen een paar honderd euro. En dat creëert ook betrokkenheid

Elk jaar geef ik trouwens een presentatie over de strategie en de financiële resultaten van ons bedrijf, en die is exact dezelfde als de presentatie die ik geef aan de aandeelhouders. We proberen zo transparant mogelijk te zijn. Ik wil dat iedereen zich betrokken voelt. Dus ik sluit het niet uit dat we op een dag die stap naar een coöperatieve zullen zetten, maar ik ben op dit moment niet 100% overtuigd dat dit een meerwaarde zou zijn.

Kurt: Wellicht is het maken van die oefening samen met de medewerkers, zoals jullie vandaag doen, het allerbelangrijkste? Misschien is dat een tip voor andere ondernemers: leg bepaalde dilemma’s voor aan een focusgroep. En luister naar hoe zij hier tegenaan kijken en welke oplossingen zij formuleren?

Toon: Het is bijvoorbeeld een vraag die ik van sollicitanten nooit krijg: ‘Hoe beslissen jullie dingen?’ En dat is de meest essentiële vraag die je eigenlijk kunt stellen wanneer je ergens wil gaan werken. Hoe worden dingen hier beslist?

Mag je als ondernemer luidop dromen?

Kurt: Ik las dat u vorig jaar de Etion Leadership Award hebt gewonnen. En daarin beklemtoonde u het belang van dromen. Samen dromen. Het is niet toevallig dat het werkwoord ‘dromen’ dezelfde letters heeft als het werkwoord ‘ondernemen’. Maar is het niet gevaarlijk om als CEO van een bedrijf om luidop te dromen?

Toon: Oh nee. Elke onderneming begint met een droom. Dat is het begin van alles. Als je geen goesting hebt of iets niet belangrijk vindt, of als je geen beeld hebt van waar je naartoe wil, dan doe je niks… Dat is de vonk van elke onderneming. Dag geldt trouwens niet alleen voor een onderneming. 

Mijn zoon speelt gitaar. Zijn droom voedt al zijn inspanningen. Zijn droom zorgt voor de energie die nodig is om al die uren op zijn gitaar te tokkelen en te oefenen. Die droom is de essentie. Maar het is een lastige vraag hé? Wat wil ik? Waar droom ik van? Heel veel mensen staan daar niet bij stil. 

“Het is zeer belangrijk om na te denken over je ambities, je verwachtingen, je waarden en je dromen.”

Kurt: En om dat luidop te doen?

Toon: Mensen die mobiliseren dromen luidop. Dat is van uw droom een aanstekelijke droom maken. Dan maak je van uw droom een inspiratie, waarbij anderen zeggen: daar ga ik in mee. 

We hebben een model rond leiderschap in het bedrijf en dat is: ‘Samen dromen waarmaken’. Dromen, daar begint het mee. Samen, is andere mensen meekrijgen. En waarmaken is die droom realiseren. Want het is niet genoeg om te dromen. Dromen is het begin, en zonder dat begin, begint er niets. 

Dat zijn trouwens ook drie polariteiten. De droom-energie, de samen-energie en de waarmaak-energie zijn drie polariteiten die eigenlijk ook vaak in tegenstelling staan met elkaar. Want als ik droom, en jij hebt een andere droom, hoe kunnen we dan samen zijn? Of als ik wil ‘waarmaken’, samen met u, maar ik vind dat je er niets van bakt, hoe doe ik dat dan? Hoe maak ik duidelijk dat ik toch met u wil meewerken, maar dat ik ook vind dat je iets niet goed gedaan hebt? Die drie polariteiten zijn dus alle drie even belangrijk in leiderschap.

Kurt: Ik heb al de hele tijd het gevoel dat hier een gelukkig mens voor mij zit…

Toon: Eigenlijk wel… Ik ben momenteel eigenlijk wel gelukkig, ja. Dat is waar.

Beslissingen nemen is niet altijd gemakkelijk

Kurt: Terwijl ik ook in een interview las dat u heel hard kan zijn voor uzelf. Zo las ik -en het zijn uw eigen woorden- dat u bij moeilijke beslissingen niet altijd de kracht vindt om die beslissingen door te voeren. U benoemde het zelfs als ‘immobilisme’. Ik schrok daar wat van. Want vandaag heeft elke ondernemer de mond vol over veerkracht, wendbaarheid, flexibiliteit. En eigenlijk heb ik ook niet het gevoel dat u iemand bent die stil zit?

Toon: Nee, ik zit niet stil. Ik denk niet dat ik ooit echt heb stilgezeten. Maar er zijn natuurlijk wel momenten dat je het even niet weet hé… Er zijn momenten dat je vast zit in dilemma’s waar je niet uitkomt. Spanningen in het team. Of wanneer mensen niet op dezelfde lijn zitten. En wat moet je dan doen? Moet je dan de samenwerking met die mensen stoppen? Dan stel je je vragen: “Ben ik wel juist? Ben ik niet diegene die fout zit hier?”

Kurt: Zijn dat de moeilijkste beslissingen? Beslissingen over mensen?

Toon: Ja. Dat zijn de moeilijkste beslissingen. En de beslissingen waar ik persoonlijk alvast het meest ongelukkig van word. Ik kan me inbeelden dat het vandaag, door de coronacrisis, voor heel wat zaakvoerders van bijvoorbeeld horecazaken en moderetailers heel lastig moet zijn om puur uit economisch overmacht afscheid te moeten nemen van waardevolle medewerkers. Die situaties heb ik gelukkig zelf nog nooit meegemaakt. 

“De momenten dat ik het meest ongelukkig was, of mijn energie verloor, hadden steeds te maken met samenwerkingsproblemen.”

Omdat je niet weet: wat is juist hé? Heb ik wel het recht om nu te zeggen dat de andere fout is? En als ik dat doe… zal men mij dan nog volgen? Verlies ik dan niet mijn geloofwaardigheid? En wanneer is het moment om te zeggen: nu moet er beslist worden? Of nu is iets nog niet rijp om te beslissen? 

Het zijn moeilijke dilemma’s waar je heel veel twijfelt en het zelf niet weet. En waarbij je jezelf heel erg incompetent voelt. Op dit moment heb ik dat helemaal niet, maar ik heb het wel al gehad. Ja.

De toekomst na Corona

Kurt: De toekomst jeukt. Hoe ziet u zelf de toekomst nu, na Corona. Ik weet dat het een heel moeilijke vraag is. Jullie hebben Corona goed overleefd, heb ik de indruk?

Toon: Het is veel te vroeg om dat te zeggen. Tot nu toe, doen we het zeer goed.

Kurt: Maar zal corona voor een belangrijke koerswijziging zorgen voor uw bedrijf?

Toon: Niet fundamenteel. Eigenlijk hebben wij tot hiertoe in deze coronatijd alleen maar bevestiging gekregen dat alle keuzes die we gemaakt hadden daarvoor, de juiste blijken te zijn. En dat zal waarschijnlijk ook wel de reden zijn waarom ik me nu goed voel. Ik heb een periode van bevestiging gekregen en heb het gevoel dat we allemaal samen dezelfde kant op kijken. Dat geeft comfort. 

Maar anderzijds: de wereld verandert hé. Het digitale zal onmiskenbaar een veel grotere plek innemen. We zitten hier nu in een leeg bedrijfsrestaurant waar het anders ‘vollen bak’ is, en waar er ook veel vergaderd wordt. We zullen moeten zien wat daar de toekomst van is. Thuiswerken wordt waarschijnlijk veel meer een norm dan dat het ooit geweest is. Maar dat zijn aanpassingen waar we door moeten. Daar ben ik niet fundamenteel bezorgd om. 

Het zou wel eens kunnen dat we door een zeer zware economische crisis gaan, waarvan we nu alleen nog maar de schok hebben gehad, de bliksemflits… Maar de donder en de regenbui, die moeten nog komen. Dat is het gevoel nu. En of we daar dan goed zullen doorkomen? Het zal turbulent zijn, dat denk ik wel. Het voordeel is dat onze aandeelhouders steeds veel middelen in het bedrijf lieten. We hebben een zeer stevige balans. We hebben geen cashprobleem. Dus kunnen we echt wel tegen een duw en dat geeft een enorm comfort. Onze aandeelhouders kijken op lange termijn, en dat is een hele geruststelling. 

Maar dat de wereld zal veranderen? Ja, de wereld zal veranderen. De enorme mobiliteit van mensen zoals we die de laatste jaren hebben gezien, daar zou wel eens een fundamenteel verschil in kunnen ontstaan. Ik geloof niet in een massale terugkeer van productiebedrijven uit het buitenland. Hierin zal weinig veranderen. De fabrieken in China zullen niet terugkeren naar hier. 

De goederen zullen blijven bewegen, denk ik. Maar de mobiliteit van mensen zou wel eens structureel een duw kunnen krijgen. In de bouwsector zijn hier heel veel Poolse, Bulgaarse, Hongaarse, Portugese aannemers en medewerkers aan de slag. Kun je nog rekenen op zo’n buitenlands aannemersbedrijf als je niet zeker bent of er een tweede lockdown komt, en wat de impact op de planning van uw bouwsite zal zijn? Dat is heel moeilijk in te schatten, maar ik verwacht op korte termijn dat internationale dienstverlening fundamenteel zal veranderen. 

Ik hoop voor de rest dat we in het betrekken van mensen in de besluitvorming, zowel in bedrijven als in de politiek, stappen vooruit kunnen zetten. Het zou kunnen dat het helemaal de andere kant op gaat, en dat alleen nog fake news zal regeren, maar anderzijds moet je wel vertrouwen hebben in de kracht van ‘het goede’.

Kurt: Laat ons daar mee afsluiten. Met het geloof en het vertrouwen in de toekomst. Hartelijk dank voor deze inspirerende en aangename babbel. En misschien kijken we binnen een jaar nog eens terug naar wat de toekomst ons gebracht heeft?

Toon: Met plezier. Dank u wel.

Host: Kurt Ostyn

Honger naar meer inspirerende ondernemersvisies? Beluister (of lees) dan ook onze podcast met baron Hugo Vandamme (ex-CEO Barco).